Vul een zoekwoord in

Rens pakte zijn paniekstoornis aan

Vanaf 2011 werd het leven van Rens (nu 37) ernstig ontregeld door een paniekstoornis. Tijdens zijn paniekaanvallen had hij hartkloppingen en werd hij misselijk.

Een doodnormale wandeling door het dorp voelde voor hem alsof hij in een film terecht was gekomen, alsof hij het niet was die daar liep. Ook voelde zijn lichaam soms niet meer als zijn eigen lichaam. Deze ervaringen zorgden ervoor dat Rens zich thuis opsloot. Hij deed pogingen om gewoon aan het werk te blijven, maar de ziektewet ingaan bleek uiteindelijk onvermijdelijk.

Jarenlang kreeg hij hulp en zocht hij naar manieren om zijn angst de baas te worden, maar nooit met het gewenste effect. Eind 2017 gaf hij de moed op. Eigenlijk had hij er gewoon helemaal geen zin meer in, het liefst gaf hij de strijd tegen de paniek op en stapte hij uit het leven. In overleg met zijn omgeving, huisarts en psycholoog werd hij doorverwezen naar het Centrum voor Angst en Dwang. Een 12 weken durende behandeling in de kliniek volgde.

Cognitieve gedragstherapie
“Mijn behandeling was heel divers. Zo kreeg ik cognitieve gedragstherapie. We gingen aan de slag met het doorbreken van bepaalde gedachten en gedragspatronen. We keken welke situaties bij mij paniek opriepen, welke gedachten ik daarbij had en wat ik precies voelde. Aan die specifieke situaties koppelden we -stap voor stap- meer realistische gedachten. Want realistisch is het niet, als je denkt dat je de controle volledig verliest tijdens het doen van boodschappen.”

Psychomotorische therapie
“Ook kreeg ik psychomotorische therapie. Tijdens het sporten verhoogde mijn hartslag, iets dat ik koppelde aan paniek. Het sporten was voor mij in het begin dus een hele uitdaging. Het riep angstgevoelens op. Bij sport en spel was ik ook altijd bezig met wat andere mensen van mij zouden denken. Het voelde bijvoorbeeld als falen als ik een bal niet raak gooide. Ik heb geleerd te accepteren dat ik niet altijd alles goed kan doen. En dat mensen er helemaal niks van vinden als iets niet (meteen) lukt. Zwemmen was een uitlaatklep. Hoewel het er naartoe fietsen een uitdaging was, net als de warme, benauwde omgeving. Dat riep lichamelijke reacties op waar ik mee om moest leren gaan.”

Groepsbehandeling
“Ik heb veel gehad aan de groepsbehandeling. Samen optrekken, reageren op elkaar. We leerden dingen uit te spreken, grenzen aan te geven. Het heeft me weerbaar gemaakt. Ook heeft het ervoor gezorgd dat ik het door heb als ik mij te veel laat leiden door anderen. Vooraf  zag ik op tegen een behandeling in een groep met volslagen vreemden, maar vanaf week 1 groeiden we al erg naar elkaar toe. We deden leuke dingen in de avonden. Pakten terrasjes samen, bezochten de kermis, maakten muziek of we speelden spelletjes. We hadden veel plezier met elkaar in de avonduren, en soms ook tijdens de behandeltijd.”

Exposure
“De exposure-oefeningen waren heftig, maar erg goed voor mijn zelfvertrouwen. Naar de supermarkt gaan durfde ik (voor mijn behandeling) al lang niet meer. Je raadt het al, ik moest erheen. Iedere dag minimaal 1 keer. Door het gewoon te doen en te ervaren ging het steeds beter. Inmiddels ga ik met een gerust hart naar de supermarkt. Ook ben ik tijdens mijn  behandeling grotere uitdagingen aangegaan. Zo ben ik alleen naar (het vliegveld van) Düsseldorf gereden. Een hele nacht niet slapen is ook een voorbeeld, en dan de volgende dag toch gewoon je dagelijkse bezigheden inplannen en uitvoeren. Het is goed gegaan. Het werd een succeservaring waar ik veel aan heb gehad.”

"Ik geniet weer"
“De eerste week in de kliniek kreeg ik al meer vertrouwen in mezelf. Omdat ik het voor elkaar kreeg de strijd met mijn angsten aan te gaan, wat ik van tevoren nooit had gedacht. Mijn zelfvertrouwen werd ook vergroot door de intensieve behandeling en de kundige mensen. Ze gingen de diepte in en gaven mij allerlei inzichten over mijn handelen ten aanzien van mijn paniekstoornis. Door iedere succeservaring kreeg ik meer vertrouwen in mijn lichaam en geest. De nazorg, die bestond uit regelmatige terugkomdagen, was ook helpend. Het gaat nu goed. Mijn leven is 180 graden gedraaid. Ik ben weer aan het werk en onderneem veel, ondanks dat de paniek soms echt nog wel even op komt zetten. Mijn vriendin werd regelmatig betrokken in het behandeltraject. Mijn angsten hadden natuurlijk een enorme impact op onze relatie. Samen plukken we nu de vruchten van mijn behandeling. Ik ben mijn angst niet volledig kwijt, maar ik geniet ieder moment weer van het leven!”